donderdag 4 december 2008

De vierjaargetijden en andere voorstellingen in de volkskunstuiting onder de naam Hinterglasmalerei

Verrassend bundeltje
Het prachtige boekje dat ik heden van een dichteres annex beeldend kunstenares — na afloop van de officiële opening van een door haar met 11 eigen schilderijen ingerichte expositie in een zorgcentrum in de Stad Groningen — ten geschenke heb gekregen om te voorkomen dat het in het oud papier zou belanden, is nauwelijks groter van omvang dan menig middeleeuws in monnikenwerk vervaardigd Initiaal dat in de de Scriptoria van veel toenmalige kloosters werd gecreëerd. Het boekje dat een omvang van 8 cm x 10,7 cm heeft, bevat 15 afbeeldingen in kleur, alle geplaatst op een rechterpagina (met oneven nummer) en de bijbehorende tekst is op de bladzijde daartegenover te vinden. Drie jaargetijden en een stuk of tien heiligen worden afgebeeld in het juweeltje uit 1978, nog aangevuld met de maagd Maria en koning Heinrich. Het vierde jaargetijde — in dit geval de zomer — siert het stofomslag.
De Hinterglasmalerei is weliswaar reeds een heel oude techniek, die in verschillende culturen al lang werd beoefend, maar in het geval van deze afbeeldingen gaat het om Duitse volkskunst, die in het tweede kwart van de 18de eeuw meer en meer in zwang is geraakt.
__________
De vier stukken bevinden zich in het Heimatmuseum Oberammergau.

zaterdag 29 november 2008

Serendipiteit (B) — Jubileumboekje over Klederdrachten

In vogelvlucht
Tijdens een van de 'kijkoperaties' in de restantpartijen hier en daar, liep ik — ook nu weer zonder ernaar te zoeken — dezer dagen tegen een onbekend, maar uiterst fraai geïllustreerd boekje aan dat in kort bestek de Geschiedenis der Kleederdrachten behandelt, en dat werd uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de firma H. Hollenkamp te Amsterdam, met filialen in Den Bosch en Breda.
Zoals dat in die tijd gebruikelijk was, ontbreekt er een jaartal, maar naar het uiterlijk te oordelen, is het inmiddels bijna een eeuw oud, aangezien de voorstelling van de verschillende kostuums met die van 1910 ophoudt. De Jugendstil-afbeelding op het voorplat bevestigt dit vermoeden. Een antiquaar, die het boekje via Internet aanbiedt voor de somma van dertien euro en zestig cent, meldt dat het in 1912 is verschenen. Bij dat exemplaar wordt in een afkorting vermeld dat het om eem beschadigd exemplaar gaat, en dat is het onverhavige ook. Ik hoefde echter slechts 50 cent te betalen.
Op 30 van de 32 pagina's die het binnenwerk telt, wordt in grote lijnen de historie van tal van klederdrachten in diverse landen, verspreid over de globe, voorgesteld, beginnend in Egypte met — klein afgebeeld — een Koningin van de zeventiende dynastie, met daarnaast, in een veel grotere voorstelling, een Koning in groot ornaat.
Het gehele boekje is voorzien van veel illustraties op verschillende formaten en alle in kleuren.
Als je het boekje openslaat wordt een grote afbeelding met de voorstelling van een middeleeuwse stad in de dertiende eeuw zichtbaar, die — op zich reeds fraai geornamenteerd — aan de boven- en onderzijde nog worden aangevuld met kostuumvoorstellingen uit Duitsland, Frankrij, Nederland en Engeland in de twaalfde eeuw en enige uit de dertiende eeuw in Italië, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Engeland.


Veel kleine illustraties
Die voorstelling van een middeleeuwse stad in de dertiende eeuw wordt goed ondersteund door de in totaal vijfendertig kleine illustraties, die boven en onder de grote afbeelding zijn toegevoegd. Daarin worden die details weergegeven die op de grotere illustraties niet alleen ontbreken, maar die meer informatie verstrekken, en binnen het kader van zestien blazijden afbeeldingen en veertien pagina's tekst — in wezen zeer beknopt — wordt door die 323 kleine prentjes veel — en binnen het genoemde kader is dat zelfs zeer veel — extra beeld-informatie verstrekt.
Zoals gezegd, eindigt het geheel op met 13 prentjes, verspreid over de periode 1894-1910 met informatie over verschillende combinaties van mensen, onder wie ook een kleine meid van 1907.

zaterdag 15 november 2008

Serendipiteit (A) — Mark Twains tweede non-fictie reisverhaal: A Tramp Abroad uit 1880

Niet gezocht, maar toch gevonden
Titelpagina van de Popular Edition door Chatto & Windus, London 1907 uitgegeven van Mark Twain: 'A Tramp Abroad' Bijna drie jaar geleden vond ik in een antiquariaat, zoekend naar en tussen allerlei Franse boeken met veel biografische werken, Memoires en aanverwants van bekenden en mindere goden een boek van Mark Twain dat ik nog nooit in enigerlei vorm in handen had gehad, zelfs niet in mjn boekwinkeltijd. Serendipiteit, derhalve. In die bewuste boekhandelsjaren, nu alweer goed vier decennia geleden, heb ik wel eens een partij van 100.000 doorgenomen, waarvan zeker tienduizend boeken voornamelijk Amerikaanse literatuur in de meest ruime zin, die waren afgestoten, in opdracht van Washington, door de hoge heren van de bezettende, derhalve Amerikaanse, macht in de toenmalige Duitse Bondsrepubliek. Tal van die literaire en geschiedkundige werken waren niet één keer uitgeleend en zagen er weliswaar onberispelijk uit maar hadden hun handelswaarde verloren doordat ze waren verrijkt met een uiterlijk dat het toch al grauwe element van toenmalige legerbibliotheken benadrukte, en als men al een beetje met de tijd meegegaan was, dan was er met speciale verf en een dun penseel over een vooraf van speciale lak voorziene band een nummer en een titel op geschreven. Dat laatste, veelal net als de naam van de auteur, in code. De partij heeft toen, meen ik, duizend gulden gekost, en dat betekende gemiddeld een toenmalig dubbeltje per boek. Tussen dat alles bevonden zich eveneens twee nimmer gelezen, want nog krakend nieuwe paperbackjes van ene Samuel L. Clemens, welke zich snel ontpopte als Mark Twain.


Reizen naar Europa
De zwarte, onberispelijke bibliotheekband, die het exemplaar uit 1907 omsloot van Twains boek A Tramp Abroad (Popular Edition), voor het eerst verschenen in 1880, heeft het nimmer tot de status van bibliotheekboek gebracht. Er was geen enkele codering of bewerking van de band te vinden, en al evenmin sporen van enig gebruik: het boek valt dicht als je het niet nadrukkelijk openhoudt. Kortom, het exemplaar was simpelweg nimmer gelezen, maar de tand destijds had,Mark Twain met handtekening. Ingeplakte afbeelding tegenover de titelpagina. Foto van Alfred Ellis & Walery opvallenderwijs in één katern, aardig wat watervlekken veroorzaakt. Meestal duidt zulks op een net iets afwijkende papiersoort.
Elf jaar voordat Mark Twain zijn opeenvolging van zogenoemde paradestukjes in 1880 met het hierboven omschreven werk liet verschijnen, was zijn allereerste boek uitgekomen, eveneens een aaneenschakeling van reisverslagen door Europa: journalistiek als eerste voorzichtige stap op het pad der literatuur. De inhoud getuigt van humor tijdens het zoeken van de culturele confrontatie met de oude wereld aan de overzijde van de o zo grote plas. Drie jaar daarna is Roughing it verschenen, waarin de goede man — als contrapunt bij de hier en daar toch wel geïrriteerde toon over sommige verschijnselen in het verre Europa — zich buigt over de eigen jonge jaren van leven en leren in het Amerikaanse westen, dat voor hem in die periode de belofte van een vrij bestaan had ingehouden. Zijn beschrijvingen van het ongelooflijke landschap in combinatie met de ongebreidelde fantasie waarover hij beschikte, leken echter langzaam maar zeker te worden doordrenkt met een uiteindelijk fnuikende monotonie.

Met een Appendix
Dat is minder het geval met het tweede Europa-reisboek, waarin opnieuw een opsomming van allerlei belevenissen in tal van steden wordt gegeven, inclusief de tekst van de Lorelei, met vertaling en muziek. – Nee, er is geen cd of dvd bij het boek ingesloten. – A Tramp Abroad werd pas in 1922 in het Duits vertaald op de markt gebracht. Een opvallende vertraging als je bedenkt dat de opgenomen stukken juist voor de Duitse lezer een hoog gehalte aan amusement bieden.
In navolging van en onder verwijzing naar Herodotus [1] heeft Samuel Langhorn Clemens het boek aangevuld met een Het Heidelberger Schloss (ruïne), waarover Mark Twain in een van de onderdelen van zijn Appendix in 'A tramp Abroad' uitweidtAppendix van een goede twintig pagina's – al even dicht bedrukt als de voorafgaande. Die Bijlage is onderverdeeld in zes stukken: A-F. Het eerste daarvan geeft een indruk van het verschijnsel Portier in Duitsland, hetgeen Twain inleidt met een reeds honderd jaar eerder verschenen tekst van Omar Khayam, die reeds toen besefte dat het soms heel wat eenvoudiger is om geleerde boeken te schrijven of een leger aan te voeren dan een hotel te runnen. Het Kasteel van Heidelberg (nu ruïne) en de Universiteitsgevangenis zijn eveneens onderwerpen om bij stil te staan, vindt Mark Twain. Maar daarna volgt in Appendix D, de omvangrijkste van de zes, zijn beschrijving van The Awful German Language, een stuk dat nog altijd een klassieker is welke in een relatief kort bestek toont hoe vertwijfeld een buitenlander met het Duits kanIn het jaar van verschijnen van 'A Tramp Abroad', 1880, werd geadverteerd voor het eerdere Euroapa-reisboek van Mark Twain worstelen. Onze Amerikaan gaat hier zo ver, als motto de zevende van het tweeëndertigste Hoofdstuk der Spreuken uit de Bijbel te kiezen. [2] Na Legends of the Castles worden de Bijlagen afgesloten met German Journals, waarvan hij er in de eerste regel direct vijf Duitse dagbladen [3] noemt, welke in die dagen alle volgens dezelfde formule werden gemaakt. Gelukkig voegt hij daar – al dan niet ter bewuste relativering – aan toe dat hij geen andere kent. Journalistiek voorbehoud, zullen we maar zeggen.
Kortom, voor al degenen die graag terugkijken door de ogen van een buitenstaander – en zoiets kan uitermate verhelderend zijn – die meer dan één en een kwart eeuw geleden zijn op- en aanmerkingen maakte, is dit een interessant èn onderhoudend boek.
Of u daar eventueel zelf ook in zult (kunnen) slagen een ongebruikt, gebonden exemplaar te vinden, waarvoor u dan ook slechts de somma van één euro hoeft neer te tellen, kunnen we hier uiteraard niet garanderen.
_________

[1] Herodotus, door Mark Twain, vanzelfsprekend, geciteerd in het Engels: "Nothing gives such weight and dignity to a book as an Appendix."

[2] "A little learning makes the whole world kin." (Proverbs XXXII, 7, zegt Mark Twain.)
In de Statenvertaling, die in de dagen van Mark Twain in ons land toch maatstaf was, houden De Spreuken in 'onze' Bijbel op aan het einde van Hoofdstuk 31. Dat geldt overigens eveneens voor de Engelse King James Version, de facsimile Luther-Bijbel en alle andere nationale en internationale edities, die ik, verspreid over enige meters beschikbaar heb. Wel ken ik een citaat uit Shakespeare (Troilus and Cressida) dat bijna identiek is.

[3] Het ging om de dagbladen van Hamburg, Frankfurt (am Main), Baden, München en Augsburg.
____________
Afbeeldingen
1. Titelpagina van de Popular Edition door Chatto & Windus, London 1907 uitgegeven van Mark Twain: A Tramp Abroad.
2. Mark Twain met handtekening. Ingeplakte afbeelding tegenover de titelpagina. Foto van Alfred Ellis & Walery.
3. Het Heidelberger Schloss (ruïne), waarover Mark Twain in een van de onderdelen van zijn Appendix in A tramp Abroad uitweidt.
4. In het jaar van verschijnen van A Tramp Abroad, 1880, werd geadverteerd voor het eerdere Euroapa-reisboek van Mark Twain.


woensdag 12 november 2008

Een bijzonder fraaie uitgave van Byron's Poetical Works

Zonder jaartal
Groen gesatineerd linnen, voorzien van zwart-met-gouden ornamentiek. Dat is de uiterlijke verschijning van zowel het voorplat als van de rug van een geïllustreerde editie van Byron's Poetical Works, uitgegeven door Virtue & Co., City Road and Ivy Lane te Londen. Al direct na de Inhoudsopgave volgt er een blad met Directions to the Binder, iets dat ik — lang in allerlei functies in het boekenbedrijf werkzaam geweest — niet eerder zo uitvoerig heb gezien. Dat dat met het plaatsen van de afbeeldingen op dikker en luxer papier tussen de gewone tekst te maken heeft, is duidelijk, maar doorgaans worden zulke elementen niet met een oplage meegedrukt en meegebonden. Alle, bij gesloten boek zichtbare, papier is voorzien van goud op snee.
Voorafgaand aan het poëtische oeuvre van George Gordon Byron — die later Noël 6th Baron Byron ging heten — is er een biografische schets The Life of Lord Byron, geschreven door Reverend W.L. Bowlen, 154 pagina's met twee kolommen tekst, lang.
Hoewel er een jaartal ontbreekt op de titelpagina en elders, is een exacte datering niet mogelijk, maar alle elementen wijzen mijns inziens op de laatste decennia van de negentiende eeuw.


dinsdag 14 oktober 2008

The Man who wishes He had not Married (London 1888)


Vandaag vond ik tussen de, sedert een week nauwelijks aangevulde opruimingsboeken van het inmiddels op deze site bekende antiquariaat, een relatief zeldzame, doch beschadigde, uitgave van 1888 van het oblong boek The Man who wishes He had not Married, dat bij verschijnen één shilling kostte en inmiddels, zij het in relatief gave staat, zo'n honderd euro moet opbrengen. Inclusief de op de dunne buitenzijde van middengrijs papier afgedrukte cartoon zijn er binnenin nog twaalf op hetzelfde formaat op veel dikker — naar schatting 240 grams — crèmekleurig papier evenzo voortreffelijk getekende afbeeldingen van Fred Pegram (geboren te Londen in 1870 en aldaar overleden in 1937).
Het formaat van het boek bedraagt 29,2 x 24,4 cm. Alle tekeningen zijn oranjerood omkaderd. Aan de linker rand bevinden zich drie kleine ronde openingen met een metalen 'beslag' in de vorm van oogjes, waardoor een koordje dient te worden getrokken.
Voor nog een heel mooie tekening uit deze reeks van dertien verwijs ik naar een korte bijdrage op onze zustersite over de cultuur van het fin de siècle.



Afbeeldingen
1. Free and Easy Before Marriage.
2. Comparing Notes with Old Bachelor Friends.

vrijdag 10 oktober 2008

Niet specifiek zoeken maar toch iets onverwachts vinden

In eigen huis
Nu eens geen serendipiteit bij het kijken in dozen met aanbiedingen of in dito kratten van een antiquariaat of bij een andersoortige winkel in tweedehands materialen, maar simpelweg in de eigen dagelijkse, vertrouwde omgeving is het me deze keer overkomen. Bij het inschikken van diverse boekenkasten en andere bergruimten voor deze vorm van bedrukt papier viel me weer een boek in handen dat ik jaren niet had besnuffeld.
Een voordracht gehouden in de omroep te Hilversum voor de Nederlandsche Christelijke Radio-Vereniging door Hofrat Max Staercke, getiteld Godsdienstige mannen en vrouwen — in den loop der tijden — uit de familie Lippe-Biesterfeld. Het is in een tamelijk kleine oplage van 250 gesigneerde en genummerde exemplaren verschenen.
Zoeken op tal van boekensites leverde me geen extra informatie over eventuele aanwezigheid in diverse antiquariaten. Het is in 1938 uitgegeven door N.V. Boekhandel W. ten Have, Amsterdam (voorheen Hövekers Boekhandel (opgericht 1831).
De letterlijke omvang bedraagt 22,3 x 31,5 cm (ruim A4), de figuurlijke omvang daarentegen bestaat in 12 bladzijden, die geniet zijn. De omslag is vervaardigd van ander gekleurd, zwaarder papier met flappen, welke zijn vastgeplakt. De tekst is gelardeerd met 8 illustraties: burchten, kerkjes, een klooster en een afbeelding van het gehucht Biesterfeld.

zondag 5 oktober 2008

Das Hexenlied van Ernst von Wildenbruch — een leerstuk

Bij uitgeverij Parnassus in Amsterdam verscheen ooit Das Hexenlied van Ernst von Wildenbruch — 1845 in Beiroet geboren, 1909 te Berlijn overleden). Helaas meldt de titelpagina geen datum van ontstaan of een jaar van uitgave van deze editie. Dit zal niet de enige zijn geweest, aangezien de componist Max (von) Schillings (1868-1933) het als opus 15 — onder de noemer Melodrama — heeft verklankt. Die compositie werd gerealiseerd in de jaren 1902/03; de bezetting is spreekstem met orkest, respectievelijk met piano.
Helaas ontbreekt eveneens een colofon, zodat we geen enkel exact gegeven kunnen verstrekken. Op Internet vind je bij een antiquaar één beschikbaar exemplaar voor twintig euro, en ook in diens gegevens ontbreken nadere details. Het boekje is uitgegeven op kwarto formaat op crèmekleurig gevergeerd papier van naar schatting 160 gram. Het aan de rug bevestigde omslag met onbedrukte flappen zal van 240 grams, gelijkgekleurd papier zijn; dat is door de papierindustrie ook al wel als kartonsoort aangeprezen.
Hoofdpersoon in dit 12 pagina's lange en fraai gedrukte gedicht — met helaas twee omissies van de zetter, in een boekje van een in totaal zestien bladzijden tellende omvang — is Broeder Medardus. Niet een onbekende naam voor een kloosterling. Immers in Die Elixiere des Teufels van E.Th.A. Hoffmann (1776-1822), verschenen in 1815, zit ook al een broeder Medardus "in zijn cel en bidt".
Het gedicht van Ernst von Wildenbruch is inhoudelijk een leerstuk. Broeder Medardus komt niet opdagen als alle andere kloosterlingen bijeen zijn, en daarom zegt de prior dat ze maar eens moeten kijken wat er aan de hand is, aangezien hij na zo lang waarschijnlijk wel aan sterven toe is. De broeders schrikken, want de duivel is te gast in Medardus' cel. De oude monnik blikt vlak voor zijn heengaan, na een halve eeuw kloosterbroeder te zijn geweest, terug op een ontmoeting met een zogenaamde heks. Gezien de opstelling van het papentuig anno dazumal ten aanzien van vrouwen die ook maar in de geringste mate uit de toon vielen, kunt u zelf bedenken wat er met de jongedame, die geen kwaad maar wel veel goeds had gedaan, is gebeurd.

Zeldzaam Duitstalig boek uit 1891 over Marmorierkunst

Uitgebreide versie
In 1891 is de tweede, vermeerderde en tevens verbeterde druk verschenen van een inmiddels klassiek, Duitstalig standaardwerk over de kunst van het marmeren [1], een praktisch handboek op technisch-wetenschappelijke basis, bedoeld voor boekbinders en fabrikanten van gekleurd papier. Het is geschreven door Josef Halfer, toen boekbinder te Boedapest. Zeven jaar tevoren was de eerste druk uitgekomen, maar doordat ook toen de tijd en de ontwikkelingen niet stilstonden, heeft de vakman — die de dagelijkse praktijk het beste kende, en die dan ook van mening was dat zo'n handboek eigenlijk alleen maar mocht worden geschreven door mensen die ervaring met het thema hadden en niet door een geïnteresseerde leek of dito geleerde — een aangepaste versie gerealiseerd.

De binder/schrijver spreekt
". . . Ich habe bei Abfassung des vorliegenden Werkes getrachtet, demselben eine solche Einrichtung zu geben, dass das Buch nicht nur für den Laien, sondern auch für den Praktiker ein Leitfaden sei, und sind in dasselbe nur solche Methoden der Marmorierkunst aufgenommen worden, die zu sicheren Erfolgen führen, und die mir selbst ein befriedigendes Resultat in der praktischen Anwendung geliefert haben.
Da Bücher, die für die Praxis bestimmt sind, nur durch die zweckmässige Vereinigung der Thatsachen, die durch praktische Erfahrung gewonnen wurden, und durch wissenschaftliche Grundsätze einen wirklichen Wert erhalten, so war ich bestrebt, diesem Ziele nahe zu kommen, ich hoffe dadurch ein bleibendes Werk unserer Fachliteratur geschaffen zu haben."


Zeldzaam

Inmiddels, na ruim een eeuw, is het wel een tamelijk zeldzame uitgave geworden, die ook nog voor een zeer aanzienlijke prijs — meer dan tweeduizend dollar — wordt aangeboden door een Amerikaanse antiquaar, en van een Duits veilinghuis voor boeken vernam ik dat men enkele jaren geleden het bewuste boek nog weer eens had verhandeld. Het exemplaar waaruit ik de hierbij gevoegde afbeeldingen heb, vertoont alleen aan de rug een paar vage sporen van ouderdom. Van het binnenwerk is nimmer gebruik gemaakt. Je moet het bijna geforceerd openhouden om erin te kunnen lezen, anders valt het direct dicht.
Opvallend is dat de exemplaren die via het internet werden en worden beschreven, alle reppen van een boek in halflinnen. Nu is dat niet overal op de wereld hetzelfde. Als wij in Nederland spreken van halflinnen of halfleer, dan moeten de vier hoekjes ook zijn voorzien van linnen of dat andere materiaal. Is alleen de rug voorzien van dat bepaalde materiaal, spreken wij van kwart leer, en kwart linnen. Van Dale voorziet niet in die begrippen als één woord, waar het half betreft, echter wel.


Eventueel uniek

Zo zou het best eens kunnen zijn dat ik een uniek exemplaar in handen heb. Het onderhavige is in kwart leer (rug) en de daarop in gouden letters aangebrachte titel mist de E in het woord Marmorierkunst. Overigens kom je een dergelijke spelling aan het einde van de negentiende eeuw wel meer tegen, maar deze is niet in overeenstemming met datgene wat er op de titelpagina staat. Het zou best een compromis van de binder geweest kunnen zijn, om op die manier voor de rugtitel een net iets groter letterkorps te kunnen gebruiken, met een veel betere leesbaarheid — bijvoorbeeld bij het zoeken in een boekenkast die veel gelijksoortige banden als inhoud heeft.


Gekleurde voorbeelden

Het boek is voorzien van tien pagina's met daarop in totaal zesendertig voorbeelden van het proces van het marmeren en de resultaten. De eerste vijf pagina's vertonen steeds één grotere afbeelding van de diverse stadia van het marmeren met kleuren; de zesde tot en met de tiende bladzijde bieden alle nog eens zes kleinere, eveneens met de hand ingeplakte, afbeeldingen in kleuren van kant en klare marmers met daaronder de vermelding, zoals ook elders, van het gebruikte type kam.
In een Anhang wordt een heldere uitleg verschaft over "Farbige und verzierte Schnitte, Gold- und ziselierte Schnitte, nach den neuesten Erfahrungen hervorragender Spezialisten."
___________
[1] Hoewel de Duitse taal heel wat gedrochten in de wereld heeft geholpen — die helaas niet door Gründlichkeit in het wezen, maar als gevolg van al te doortastende ambtenaren van een uiterst onverteerbaar type, zijn ontstaan —, moet ik hier een lans breken voor het begrip Marmorierkunst dat naar mijn overtuiging een heel wat passender vlag is welke de lading beter dekt, dan het Nederlandse begrip kunst van het marmeren. Daarbij denk ik in ieder geval niet in eerste instantie aan boekbinders en papierfabrikanten, maar eerder aan het (in)leggen van marmeren vloeren e.t.q.

Een opvallende grafische afwijking ten opzichte van datgene wat wij, zeker vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw gewend zijn, ziet u achter de titel MARMORIERKUNST een punt staan. In die tijd was dat gebruikelijk en in overeenstemming met wat grafici voorgekauwd kregen, al was er ook toen al wel hier en daar een revolutionair die de nieuwe tijd preekte met veel, of zelfs alles wat daarbij zou kunnen horen. Een enkeling in de wereld der auteurs en in die van de vervolgfasen voordat het product van zo'n schrijver de lezer in boekvorm kon bereiken, gebruikte al geen hoofdletters meer voor zelfstandige naamwoorden.
___________
Afbeeldingen
1. Leren rug van een waarschijnlijk uniek exemplaar van de tweede druk van het boek Fortschritte der Marmorierkunst van de Hongaarse boekbinder Josef Halfer.
2. Titelpagina van de tweede druk uit 1891.
3. Zes voorbeelden van Turkse marmers.
4. Het aanbrengen van extra kleuren in een kam-marmer.
5. Een kam-marmer, gerealiseerd met een kam waarvan de tandjes dicht bijeen staan.

vrijdag 3 oktober 2008

Een Chinees brievenboek, geschreven door een Engelse — in het Nederlands uitgegeven, maar Chinees gebonden

Gelijk en toch anders
In de nalatenschap van de weduwe van mijn, bij leven qua functie oudste, uitgever vond ik twee verschillende exemplaren van hetzelfde boek: Liefdesbrieven van een Chinese dame, geschreven door Elizabeth Cooper, en vertaald door Dé Koelensmid-van der Staay. Deze Nederlandse versie werd in december 1946 gepubliceerd door Uitgeverij De Driehoek te 's-Graveland, in een oplage van tweeduizend exemplaren.
Nu verschenen er gedurende de twintigste eeuw wel meer Engelstalige boeken 'over China', om het maar algemeen te houden — men denke aan een reeks romans van de Amerikaanse schrijfster Pearl Buck (1892-1973), die daarvoor in 1938 zelfs de Nobelprijs voor Literatuur toegekend heeft gekregen. Het, hoewel van een uitnemende tekst voorziene, boek heeft echter enkele kenmerken die we in Nederland niet zo vaak tegenkomen, en daarom verdient het een plaatsje op een site over Bijzondere Boeken.

Chinese bindmethode
Het boek heeft een omvang van 120 bladzijden op gevergeerd, 120 grams papier, met een eveneens gevergeerd, geheel naar binnen teruggevouwen omslag van naar schatting 240 grams karton, met de hiernaast afgebeelde illustratie. Aan de linkerrand ziet u op vier plaatsen een perforatie, waardoor het bindkoord loopt, dat ook verticaal geheel zichtbaar is: dat is de Chinese manier van boekbinden. Aan de rugzijde kan men de katernen dan ook onbedekt zien.
Het is als curiositeit en ter aanschouwelijke informatie over een andere cultuur van boekbinden dan wij die kennen, uitstekend, maar je zult een omvangrijke bibliotheek hebben. Door die onbedekte rug valt er geen titel te lezen. Men zou er dus al een papiertje in moeten steken met de titel of een anderszins kenmerkend gegeven. Al met al is het veel arbeidsintensiever om een boek uit je eigen verzameling weer te vinden, hoe streng alfabetisch — al dan niet per thema — je deze beheert.

Bijzonderheid
Het tweede exemplaar dat ik vond, was verstoken van de afbeelding op de voorzijde, maar had een los velletje van beige gekleurd, doorzichtig en zeer dun speciaal papier, dat echter niet als omslag kon dienen. Van binnen zijn beide exemplaren indentiek. Naast het fraaie drukwerk vallen de zeven, op kunstdruk tussen de gewone bladen gevoegde, klassieke Chinese prenten op. Verder is aan het eind van elke brief die een halve pagina of meer onbedrukt zou laten, een ornament in blauw afgedrukt.
Het boek is, ondanks de relatief geringe oplage, nog via diverse internetboekhandels — alle in Nederland — te bestellen, voor prijzen die variëren van € 12,— tot € 22,50.

Engelstalige boekenreeksen die toch het Britse rijk en de Verenigde Staten niet in mochten (1)

Aparte reeks
Toen ik hedenochtend tijdens het plaatsen van de fiets tegen de voorruit Antiquariaat Isis in Groningen plaatste, zag ik in één van de kratten met afgeschreven boeken die voor de draaglijke som van vijftig eurocent per stuk — en die toch als heel exemplaar, mee mogen met elke eventuele geinteresseerde — het hierbij afgebeelde boek Twelve modern poets, in 1946 verschenen als nummer 100 van de Zephyr reeks. Het betreft hier een interessante verzameling, door Artur Lundkvist gekozen, poëzie die in 1946 is verschenen. De oudste van die twaalf dichters zijn in het achtste decennium van de negentiende eeuw geboren, de jongste drie in het tweede decennium van de twintigste eeuw, met daartussen zes die in de jaren tussen 1904 en 1909 het levenslicht voorhet eerst hebben mogen aanschouwen. Allen kinderen van het fin de siècle, zeg maar.
Doch dat is niet het bijzondere van deze anthologie die, hoe aardig ook, zeker geen speciale positie inneemt ten opzichte van zo menig andere sprokkeling in boekvorm. Wel is de reeks met de naam Zephyr Books bijzonder, aangezien deze in Stockholm/London is verschenen bij The Continental Book Company AB met achterop een speciale toevoeging over de niet-verkrijgbaarheid van deze boeken in het Britse rijk en de Verenigde Staten.

Ontbrekende informatie over de reeks
Helaas wordt achterin het honderdste boek in deze Zephyr-reeks, waar twee blanco pagina's beschikbaar waren, geen enkele eerder verschenen titel van de negenennegentig daaraan voorafgegane vermeld, en dat is spijtig. In diverse andere reeksen met een soortgelijke 'opdracht' — waarvan diverse in deze serie artikelen zeker nog aan bod zullen komen — was dat wel gebruikelijk, evenals dat bij normale series werd en wordt gedaan.

Nader onderzoek leert dat deze paperbacks waren voorzien van een stofomslag met dezelfde afbeelding. Op de voorflap alsmede aan de binnenzijde daarvan, en voorts op de achterflap worden de nummers 1-110 met auteur en titel voorgesteld. Daaruit blijkt reeds de grote variatie: eigentijdse en klassieke romans, poëzie, toneelstukken, en detectives van vooraanstaande schrijvers: onder anderen Dorothy Sayers en Dashiell Hammett. En sommige auteurs, van zowel Groot-Brittannië als van de Verenigde Staten, komen meer dan eens voor in die lijst van 110 boeken: Pearl Buck, John Steinbeck van verre en John Boynton Priestley, alsmede Gilbert keith Chesterton van dichterbij huis. Naast de klassieken: de Brontës, Jane Austen, Dickens en Thackeray, vinden we ook — in 1946 zeker nog recente — moderne klassiekers van James Joyce, Aldous Huxley en Graham Greene. [2]

Gissen
Op het schutblad van deze honderdste Zephyr-uitgave staat met een vulpen van voortreffelijke kwaliteit de naam Carel Brons en het jaartal '60 geschreven. Gezien de artisticiteit van het handschrift zou het wel eens dat van onze Nederlandse componist Carel Brons (1931-1983) geweest kunnen zijn, die in Groningen werd geboren en daar ook muziek heeft gestudeerd [1], en van wie in de jaren zestig juist in die stad enkele composities in eerste uitvoering zijn gegeven, zoals Varianten, tijdens de Nederlandse Muziekdagen in 1966, en later, omstreeks 1968 zal het geweest zijn — door hetzelfde orkest van de noordelijke metropool, onder leiding van de Brons-voorvechter Charles de Wolff — ook nog diens Epitaphium uit 1967 is uitgevoerd.
Carel Brons is in Hilversum overleden; hij was hoofd van de Afdeling klassieke muziek van de Vara.
__________
[1] En niet — zoals in een bijdrage op een NCRV-website wordt vermeld — aan het conservatorium van zijn geboortestad, aangezien daar toen (1949-1955) nog geen conservatorium was gevestigd.
[2] Het boekje is nog via diverse internetboekhandels te bestellen, waarvan de meeste in Engeland en de VS, maar ook één in Nederland. De prijzen variëren van € 3,50 tot ruim € 11,—.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van de honderdste uitgave in de Engelstalige reeks Zephyr-Books.
2. Extra informatie onderaan de achterpagina van het boek.
3. De Nederlandse componist Carel Brons.

zondag 28 september 2008

Speciale edities van bestaande boeken voor Amerikaanse, en later ook voor Nederlandse, militairen in oorlogstijd

Amerikaanse versie
In de Verenigde Staten is een speciaal soort, oblong boekje — op het formaat 14,6 x 9,1 cm — in het leven geroepen, bedoeld voor de soldaten die zich in oorlogstijd elders bevonden. Daartoe werd de Editions for the Armed Services, Inc. , een non-profit organisatie, in het leven geroepen door de Council on Books in Wartime. Het valt direct aan het eerste deeltje, met een selectie van de poëzie van Walt Whitman (1819-1892) af te lezen — mede aan de niet geheel correct geplaatste nietjes — dat het hier om zeer goedkope uitgaafjes op krantenpapier gaat, die in een behoorlijke oplage zijn gerealiseerd. Daarover heb ik echter geen gegevens.
Rechts, onder de titel en de auteursnaam — of die van de bloemlezer als het om gedichten ging — staat dat het om een overseas edition gaat, dat het boekje U.S. Government property is en not for sale.
Aan de binnenzijde van de titelpagina staat verdr nog: "It is intended for exclusive distribution to members of the American Armed Forces and is not to be resold or made available to civilians.
De boekjes vermelden geen jaartal, maar het is duidelijk dat deze in de jaren veertig in de handel werden gebracht. Gezien de omvang van de beschikbare literatuur, die op deze wijze goedkoop kon worden gerealiseerd, zijn er aardig wat titels uitgegeven.
In het hoogst genummerde deeltje (nr. 820) dat ik — van vijf stuks in totaal — bezit, gaat de lijst met nieuwe titels, die is opgenomen aan de binnenzijde van het achterblad, tot en met nummer 854. Toevallig heb ik drie collecties met gedichten, maar er zijn heel wat verschillende categorieën vertegenwoordigd: romans, verhalen, informatieve deeltjes, detectives, humor, et cetera, veelal van bekende auteurs.
Zoals u op de voorpagina van het boek van Sally Benson (1897-1972), Meet me in St. Louis — uit 1944 (verfilmd in 1966), — kunt lezen, gaat het om de volledige tekst, "not a digest". Dat laatste was juist in de Nieuwe Wereld zeer in zwang geraakt, vooral door de redactie van het tijdschrift dat de hele wereld heeft veroverd en dat het woord ook als tweede in de titel draagt.

Nederlandse versie
Ook in ons land werd in de tijd van de zogeheten politionele acties in Indië een serie boekjes in het leven geroepen die de band tussen Nederlandse militairen elders ter wereld en het vaderland
in stand moest houden. Dat werd de Zwaluw Editie van N.V. Uitgeverij Keizerskroon te Amsterdam. Boekjes op zogenoemd dundruk-papier, met een formaat van 10,2 x 15,1 cm, al weken sommige deeltjes ietwat af als gevolg van het snijproces bij de binder. Ook deze boekjes waren geniet. Vier categorieën werden gerealiseerd op een totaal van tien deeltjes. Al deze kregen een andere kleur. Voor normaal proza werd rood gekozen, een deeltje met 'stukjes' — zoals Op de plaats rust van Henri de Greeve (nummer 5) — kreeg groen als belangrijkste kleur en bruin was voorbehouden aan meer wetenschappelijk getinte teksten, die in de reeks werden opgenomen. Het eerste deeltje bevatte — vast en zeker in navolging van de Amerikaanse Armed Services Edition — poëzie: Tempel en Kruis van Marsman. Dit deetje ben ik alleen als relatief prijzig boekje antiquarisch tegengekomen en niet bepaald veelvuldig. Hoewel dat met enkele andere van die boekjes eveneens het geval was, hebben deze het meestal niet tot een bijzondere status weten te brengen. Voor het geheel van de tien deeltjes is ook een stevige casette vervaardigd, die ik pas recentelijk voor het eerst ben tegengekomen in de chaotische bibliotheek, die onderdeel vormde van de nalatenschap van één van mijn uitgevers.
Van de resterende acht deeltjes waren er twee bestemd voor Arthur van Schendel: de tweedelige Avonturiers (nummer 2), respectievelijk Avonturiers ter zee (nummer 9). (nummer 4) was een puzzelboekje. Een deeltje getiteld O . . . ja!!! Een boekje getiteld Hoa Kiao, over Chinezen in Indonesië (nummer 6), werd geschreven door F. Veldhuysen. Al eerder in de reeks was aandacht aan Indonesië besteed in Het Wentelend Wiel van Indië door W.S. Bitter met een bruin uiterlijk en het nummer drie. Ook binnen het literaire proza werd Indië behandeld in de novelle Inggih ndoro, als nummer 8, uit de pen van Louis de Bourbon. Afgesloten is de reeks met Triomfen der techniek, van de hand van Leonard de Vries, en daarmee was de korte, maar zeer goed bedoelde en nog altijd unieke reeks alweer afgesloten.
Alle deeltjes hadden een omvang van 80 bladzijden, en door het gebruik van dat dudruk-papier werd het gewicht niet zo groot, hetgeen mede een relatief voordelige verzending mogelijk maakte. Vanzelfsprekend hebben overheidsbemoeiingen daar een rol gespeeld, aangezien een zending naar Indië met hetzelfde gewicht voor particulieren heel wat meer kostte dan de twee cents die vereist waren. De achterzijde van het boekje diende meteen als sjabloon voor verzending. Het enige dat nog moest worden ingevuld, was de geadresseerde met de benodigde aanvullende gegevens.
De voorzijde van het omslag was van de eerste zes deeltjes met een binnenflap, die voor verzending diende te worden uitgevouwen (zie afbeelding).
Geheel in overeenstemming met wat men kon verwachten, mochten de boekjes niet binnen Nederland en België op deze manier worden verzonden. Opvallend is verder de toevoeging Verzending via de boekhandel.
Mede gezien de twee soorten mogelijke porto mag worden geconcludeerd dat men de reeks, die niet, zoals de Amerikaanse, eenlink legt naar militairen overzee, ervan uitgaan dat de boekjes ook mochten worden verzonden naar andere delen van de wereld buiten Europa waar mensen woonden of tijdelijk verbleven, die een band met Nederland wilden blijven onderhouden.
Via Internet worden losse deeltjes uit deze reeks nog wel aangeboden; op sommige daarvan moet men bieden. Marsmans Tempel en Kruis zag ik eveneens aangeboden, voor zo'n twintig euro.